Heet Nieuws!
Fred de Vries
Banenenwijn in Nederland
Bananenwijn is zo'n product waarvan je niet wist dat je het nodig had. Tot dat je het zelf proeft.
Directeur Herman van Teylingen van Spanish Products Import vertelt over de verrassende en opvallende Spaanse wijn, die wordt gemaakt van locale bananen die op de Canarische Eilanden geteeld worden.
“Als ik in mijn omgeving het woord ‘bananenwijn’ laat vallen, beginnen mensen natuurlijk in eerste instantie wat te lachen”, zegt Van Teylingen. “Tot ze hem proeven. De wijn is echt van topkwaliteit en onderscheidt zich met zijn frisheid. Tijdens de nationale foodspecialiteitenbeurs in Houten is de wijn dan ook meer dan fantastisch ontvangen.”
De ‘Vino de Banana’ wordt door het Spaanse Bodegas Platé gemaakt van verse bananen, die groeien op het eiland Tenerife. Het proces is hetzelfde als bij druiven. Het is een 100% natuurlijke wijn. Er worden geen kleurstoffen, smaakstoffen of conserveermiddelen toegevoegd tijdens het rijpingsproces. De wijn is er zelfs in twee varianten: droog en zoet.
In het kielzog van de Vino de Banana introduceert Spanish Products Import ook de Vino Pasión, een ‘Spaanse prosecco’. De frisse wijn wordt gemaakt van passievruchten. “Ook een geweldige wijn”, aldus Van Teylingen. “Hij is zachter dan prosecco en heeft een lichtere sprankeling. Dat maakt deze nieuwe, trendy wijn volgens kenners lekkerder dan de prosecco.”
Spanish Products Import is al 25 jaar gespecialiseerd in de import van Spaanse producten; van salami’s en olijfolie tot kant-en-klaarmaaltijden en conserven. Het bedrijf levert de producten aan supermarkten, groothandelaren en de horeca. Van Teylingen: “Elk jaar ontdekken we prachtige, nieuwe producten.”
Boukha: de Tunesische vodka
Welnu, Boukha, komt van origine uit de Joodse gemeenschap en die produceren nog steeds de grootste hoeveelheid.
De geschiedenis van de boukha start in Rusland in het jaar 1815 toen Yaakov Bokobsa zijn eerste vodka wist te destilleren uit plaatselijk groeiend fruit. Omdat de gezondheid van Yaakov behoorlijk te wensen overliet, verhuisde hij naar het zuidelijk gelegen Ottomaanse Rijk, een regio wat nu Turkije genoemd wordt. Het enige wat hij meenam, volgens de legende, was zijn mobiele destilleerketel.
In 1819 duikt hij op in Tunesië, waar een bloeiende Joodse gemeenschap in vrede en welvaart leeft. Omdat in dat land vijgen uitbundig in het wild groeien, probeerde Yaakov uit die grondstof zijn vodka te creëren. Dat lukte wonderwel.
De twee zonen van Yaakov Leon en Chalom werden opgenomen in het bedrijf en wisten het duidelijk te laten groeien. Abraham Bokobsa, zoon van Chalom, wist het kleinschalige bedrijf uit te laten groeien tot een behoorlijke destilleerderij.
Een vodka uit vijgen met de naam boukha. De drank heeft een alcholpercentage dat schommelt tussen de 36 en 40 procent. Boukha is een zachte drank met complexe tonen van rozijnen en kruiden.
Er zijn wat tegenstrijdige theorieën wat de naam 'boukha' zou betekenen, maar de werkelijkheid is eenvoudig. In het Russisch, de moedertaal van Yaakov Bokobsa, schrijf je vodka als водка. Omdat men in Tunesië uiteraard niet de Russische taal machtig was en bovendien niet het Cyrillische alfabet kon lezen, sprak men het Russische woord водка uit zoals het hen het beste leek: boukha.
Intussen woont de familie Bokobsa in Frankrijk omdat ze het in Tunesië niet meer veilig genoeg vonden. Het bedrijf is echter nog steeds in handen van de familie.
Kunstmatige vanilline toch natuurlijk?
Synthetische vanille kwam net voor de Tweede Wereldoorlog in voldoende mate beschikbaar. Onderzoekers wisten in die periode namelijk een goedkoop procedé te verzinnen waarbij houtresten van de papierindustrie werden gebruikt om die vanilline te produceren.
Zelfs vandaag de dag wordt wereldwijd nog steeds zo'n 15 procent van alle vanilline van het zogenaamde lignine-afval geproduceerd, terwijl de rest (nog goedkoper) chemisch wordt gesynthetiseerd in de petrochemische industrie via een tweetraps proces met guaiacol en glycolzuur.
Maar met de steeds toenemende huivering voor onnatuurlijke chemische voedingsmiddelen in ons voedingspatroon, moest de wetenschap eens rondkijken of er in de natuur of er niet een plantaardig alternatief te vinden was om die vanilline eenvoudiger en goedkoper uit te winnen.
Na heel wat onderzoek bleek dat in de heerlijke aardbei (Fragaria × annanassa), zelfs twee stofjes verstopt zaten: vanilline en ethylvanilline[1]. Voor wat betreft de ethylvanilline was het zelfs de allereerste keer dat het in een plantaardige bron werd aangetroffen.
Je snapt dat die twee geur- en smaakstoffen slechts in minieme hoeveelheden voorkomen in de aardbei en dat betekent dat een zaadbedrijf aan de slag moeten om een cultivar te kweken die hogere waarden aan vanilline en ethylvanilline moet opleveren.
Maar voor het zover is, moet men eerst maar eens de specifieke genen identificeren die verband houden met de aanmaak van die naar vanille geurende smaakstoffen.
[1] Song et al: Identification of ethyl vanillin in strawberry (Fragaria × ananassa) using a targeted metabolomics strategy: From artificial to natural in Food Chemistry – 2023. Zie hier.
Dadelpalmen moeten Senegalees bos herstellen
In een rapport van 2018 zei de Wereldbank dat Senegal 81.480 vierkante kilometer bosbedekking had. Maar elk jaar gaat 40.000 hectare bos verloren door menselijke activiteit. Vooral Chinese bedrijven kappen veelel illegaal grote delen oerwoud weg. De meest getroffen gebieden bevinden zich in de Ferlo, in het oosten van Senegal, in de Sine Saloum in het westen en in Casamance in het zuiden.
Om het bosareaal hopelijk te herstellen, is ASERGMV van plan dadelpalmen te gebruiken. Haïdar el-Ali uit, de directeur van het Nationaal Agentschap voor Herbebossing en de Grote Groene Muur, verklaarde: "Dadelpalmen groeien goed in het hele Ferlo-gebied. Deze bomen zijn ook zeer interessant voor de biodiversiteit vanwege hun vermogen om water vast te houden, waardoor ze kunnen overleven tijdens het droge seizoen."
De aanplant van dadelpalmen zal ook de dadelimport verminderen. Dadels worden op grote schaal geconsumeerd tijdens de ramadanperiode. Dit fruit, zeer vaak gekonfijt, is afkomstig uit Tunesië, de grootste exporteur ter wereld, die in het seizoen 2018-2019 120.000 ton dadels op de internationale markt afzette.
Bron: afrik21.africa
Het temmen van de agave
Maar wat je tegenwoordig op je bord ziet verschijnen is in bijna niets meer te vergelijken met die oorspronkelijke versies. Eeuwenlang gepruts zorgde voor grotere opbrengsten, betere smaken, etc.
Het probleem is echter dat die planten daardoor vaak ook vatbaarder zijn voor bepaalde ziektebeelden en botanici zoeken daarom koortsachtig naar de oerversies van deze soorten. Bovendien levert dergelijk onderzoek ook inzichten op hoe ze soms in de prehistorie gedomesticeerd zijn en daarna eigenlijk nauwelijks veranderd zijn.
In de Amerikaanse staat Arizona zijn wetenschappers op onveranderde agaveplanten gestuit die door verschillende vroege culturen zijn gedomesticeerd. De planten bevinden zich nog altijd op de akkertjes waar deze inheemse culturen het gewas ooit in groten getale moeten hebben verbouwd. Veel agaveplanten zijn er vandaag de dag op die akkertjes niet meer te vinden. Slechts enkele nazaten van de agavaplanten, die hier ooit verbouwd werden, hebben hier door de eeuwen heen stand weten te houden[1]. Agave was een belangrijk gewas en het leverde voedsel, vezels en drank.
De onderzoekers noemen dit soort planten pre-contact agave domesticates (PCADs), wat zoiets betekent als 'getemde agaves voordat Columbus arriveerde'. Deze gevonden PCADs zijn Agave murpheyi, Agave delamateri, Agave phillipsiana, Agave sanpedroensis, Agave verdensis en Agave yavapaiensis.
De aangetroffen planten zijn de directe afstammelingen van planten die de Hohokam, een inheemse bevolkingsgroep die tussen 300 en 1500 nChr in Arizona leefde, temden. Ze hebben allemaal kenmerken die er sterk op wijzen dat ze al vroeg gedomesticeerd zijn. Ze maken bijvoorbeeld geen zaad aan, er is weinig onderlinge variatie en ze hebben positieve eigenschappen, zoals gemakkelijk af te snijden en smakelijke bladeren. De meeste agaveplanten bevinden zich bovendien op (voormalige) akkers en in de nabijheid van opgegraven gereedschappen die stammen uit de Pre-Columbiaanse periode. Archeologen vonden duidelijke aanwijzingen van de ooit gebruikte landbouwmethodes[2].
Wetenschappers krijgen steeds meer interesse in oude, vergeten plantensoorten. Sommige daarvan hebben namelijk eigenschappen die ze in deze tijd weer heel aantrekkelijk maken. En dat geldt ook voor sommige van deze agaveplanten, die onder warme en soms kurkdroge omstandigheden werden verbouwd. Mogelijk kan hun DNA meer inzicht bieden in hoe we gerelateerde gewassen weerbaarder kunnen maken tegen de met klimaatverandering samenhangende hitte en droogte.
[1] Hodgson et al: Pre-contact agave domesticates – living legacy plants in Arizona’s landscape in Annals of Botany – 2023. Zie hier.
[2] Fish et al: Prehistoric agave cultivation in southern Arizona in Desert Plants - 1985
Avocado Quiche
Zo gezond is oliezuur dat de strenge Amerikaanse Food & Drug Administration (FDA) in 2018 zelfs een nieuwe gezondheidsclaim heeft toegestaan: het consumeren van oliën met hoge niveaus aan oliezuur vermindert de kans op het krijgen van een hartinfarct. Zie hier.
Een gezond ontbijt bestaat tegenwoordig steeds vaker uit een boterham met daarop een paar plakjes avocado, meestal aangevuld met een paar schijfjes tomaat. Snel klaar en heerlijk.
Maar we kunnen ook iets creatiever zijn met de avocado en Jamie Oliver kan ons daarbij helpen met zijn avocado quiche uit het boek '7 x Anders'.
Ingrediënten:
- 2 rijpe avocado’s
- 400 gram zelfrijzend bakmeel, plus wat extra om te bestuiven
- 6 grote eieren
- 300 gram diepvriesdoperwten
- 90 gram cheddar of feta
- halve bos basilicum (15 gram)
- extra virgine olijfolie
- 100 gram gemengde salade
- sap van één citroen
Bereiding:
- Halveer de avocado’s, verwijder de pitten en schil ze. Weeg het vruchtvlees af – voor de juiste verhouding heb je 200 gram nodig (als je niet genoeg hebt, vul je het gewoon aan met extra vierge olijfolie).
- Prak het vruchtvlees in een grote kom en werk er dan geleidelijk het meel, een snufje zout en vier eetlepels koud water door tot je een deeg hebt.
- Kneed het deeg glad, wikkel het in plasticfolie en laat het 15 minuten rusten.
- Breek de eieren voor de vulling in een blender en voer er de doperwten en 70 gram (van de 90 gram) kaas bij. Doe de geplukte bovenste helft van de bos basilicum erbij, voeg een snufje zout en zwarte peper toe en pureer het geheel tot een glad mengsel.
- Verwarm de oven voor op 200oC.
- Rol het avocadodeeg op een met meel bestoven werkvlak uit tot iets minder dan halve centimeter dikte. Wikkel het losjes om een deegroller, rol het uit over een met olie ingevet bakblik van 25 x 35 cm, druk het in de randen en prik gaatjes in de bodem.
- Scheur overhangende stukjes af en bak de bodem 10 minuten (of tot hij licht goudbruin is).
- Giet nu de vulling in de bodem, bak de quiche 15 minuten, of tot de vulling gestold is, en rasp of verkruimel de rest van de kaas erboven.
- Maak de slablaadjes aan met extra vierge olijfolie, het citroensap en peper en zout. Strooi de salade net voor het serveren over de quiche.
Koop je extra virgine Tunesische Terra Delyssa olijfolie hier.
Champignons nóg gezonder?
Het nieuw ontdekte bestanddeel in witte champignons blijkt de arylkoolwaterstofreceptor (of AHR) te activeren, die is gevonden bij zoogdieren, zoals muizen, varkens en mensen. Een receptor is een eiwit waarin een molecuul past. Aan deze receptor kunnen zich bepaalde stoffen binden. Eerder onderzoek heeft al laten zien dat als muizen champignons eten die AHR wordt geremd.
De arylkoolwaterstofreceptor is een proteïne die bij mensen wordt gecodeerd door het AHR-gen. Oorspronkelijk werd gedacht dat het voornamelijk functioneerde als een sensor van xenobiotische chemicaliën en ook als de regulator van enzymen zoals cytochroom P450's die deze chemicaliën metaboliseren. De meest opvallende van deze xenobiotische chemicaliën zijn aromatische (aryl) koolwaterstoffen waaraan de receptor zijn naam ontleent. Een xenobiotische stof is een chemische stof die niet van nature wordt geproduceerd of naar verwachting in het organisme aanwezig is.
Volgens de onderzoekers speelt de arylkoolwaterstofreceptor een belangrijke rol bij de gezondheid van onze darmen. Als hij wordt geactiveerd kan het een reactie in cellen opwekken waardoor arylkoolwaterstoffen worden geneutraliseerd in de darmen. Van die arylkoolwaterstoffen is bekend dat ze kankerverwekkend zijn. Het remmen van de arylkoolwaterstofreceptor kan dus helpen om bij bepaalde kankersoorten de groei van tumoren tegen te gaan. Ook op andere vlakken is de arylkoolwaterstofreceptor cruciaal voor een goede darmgezondheid. Zo zorgt activering voor een sterkere darmwand en voorkomt het dat bacteriën de darm kunnen binnendringen.
Eerder al is er gekeken naar het effect van bepaalde moleculen, genaamd benzothiazolen en hoe die reageren met de arylkoolwaterstofreceptor. “In ons onderzoek herkenden we de benzothiazolen, maar we zagen ook tot nu toe onontdekte moleculen die eraan gerelateerd waren”, legt onderzoeker Joshua Kellogg uit. “We vroegen ons dus af of die ook werkten met arylkoolwaterstofreceptor. En dat bleek het geval. Deze stoffen werkten activerend.”
Behalve dat dit onderzoek duidelijk maakt dat champignons gezond zijn, laat het ook zien hoe belangrijk het is om de rol van iedere chemische component in voedsel te onderzoeken, aldus Kellogg. “Voedingsmiddelen bestaan uit complexe chemische structuren. Wij onderzoeken hoe bepaalde stofjes reageren met arylkoolwaterstofreceptor in natuurlijke producten, zoals planten, paddenstoelen en bacteriën, en hoe ze onze darmgezondheid in het algemeen kunnen verbeteren.”
Wil je champignons nóg lekkerder en gezonder maken, dan hebben de Italianen een oplossing: funghi sott'olio ('champignons onder de olie'). Uiteraard met extra virgine olijfolie.
Koop je extra virgine Tunesische Terra Delyssa olijfolie hier.
[1] Chen et al: Molecular networking identifies an AHR-modulating benzothiazole from white button mushrooms (Agaricus bisporus) in Journal of Functional Foods – 2023. Zie hier.
Twee woorden: Siroop en Stroop
Vaak wordt suikerbietensap (beetwortelsap) toegevoegd om de stroop op een goedkope manier nog wat zoeter te maken. Deze stroop wordt altijd aangeduid met rinse appelstroop. Je kunt ook stroop maken van alleen suikerbietensap en dan smeer je bietenstroop op je pannenkoek.
In de Franse taal ontstaat echter een probleem, want daar worden zowel siroop als stroop sirop genoemd. Het Italiaans volgt gedwee met sciroppo voor beide producten.
Het woord 'stroop' is een afgeleide van 'siroop' en is zelfs familie van 'sorbet'. Het woord 'siroop' is via het Latijnse syrupus geleend uit het Arabisch, waar šarāb zowel 'een drank', 'koffie', 'wijn als 'siroop' betekende.
Omdat België op het snijvlak van de Germaanse en de Romaanse talen ligt, kun je daar dus heerlijke Luikse Siroop kopen die je op je boterham hoort te smeren.
Voor het geval je je afvraagt wat men nu precies met 'rinse' bedoelt is het antwoord: 'zurig'. Het woord is afkomstig uit het Middelnederlands, in ons taalgebied gesproken tussen de jaren 1200 en 1500. Daar betekende rinsc zoiets als 'van de Rijn'. Het wordt duidelijker als we het naar de bijna moderne tijd overzetten 'Rijnsch'. Tot zo'n beetje het jaar 1830 werd wijn uit het Duitse Rheinland 'rinsche wijn' genoemd en wijnen uit dit gebied hadden een aangename licht zure smaak. De woorden 'rins' en 'rinse' werden na verloop van tijd gebruikt om ook andere ietwat friszure producten mee te beschrijven.
Zwarte peper uit Nederland?
De zwarte peperbes groeit aan een meerjarige plant die een hoogte kan bereiken van wel 9 meter. De diameter van de bes is tussen de 2 en 6 mm. Na de oogst wordt de bessen meestal gedroogd en vervolgens in poedervorm verwerkt in gerechten en gebruikt in de keuken. Verse peper heeft echter een veel karakteristiekere smaak. Voor verse peper is bovendien nog ruimte op de markt: dat product wordt namelijk nauwelijks aangeboden op de markt.
"Kun je zwarte peper in een kas kweken zonder pesticiden en zonder zware metalen?" Dat was de vraag waar het onderzoek van ing. Filip van Noort, onderzoeker bij Wageningen Plant Research, mee begon. Het startte in 2014, toen er een tekort was aan kwalitatief goede zwarte peper. Kon het niet gewoon in Nederland verbouwd worden? Inmiddels is Van Noort bezig niet alleen de besjes te kweken, maar wil hij ook een nieuw product op de markt brengen.
"Tijdens ons onderzoek kwam ik er gaandeweg achter dat als je peper vers eet, er veel verschil is in smaak tussen de verschillende planten, en het veel lekkerder is dan het gedroogde spul." De zwarte peper uit de supermarkt zijn de gedroogde besjes van de peperplant, geteeld in bijvoorbeeld Vietnam. De verse besjes kennen we nog niet, maar Van Noort denkt dat er ruimte is voor dit product. "Een aantal top-koks heeft al kennisgemaakt met verse peper. Een toekomstige teler zou ik ook adviseren om te beginnen met de verkoop aan hoog segment."
In de kassen in Bleiswijk werden vijf verschillende rassen geteeld (elk met hun eigen specifieke smaak). Daaruit bleek dat het gewas goed te telen is in een kas. De peperplant kan aan een hoge draad geteeld worden, vraagt een relatief hoge temperatuur en groeit het best in een schaduwrijke omgeving. Peper is zelf bestuivend: de mannetjes- en vrouwtjesbloemen zitten aan dezelfde aar en de vrouwelijke bloemen groeien uit tot eetbare bessen.
Rode Kiwi
Een voorbeeld is de kiwi. We kennen al de groene kiwi en later is de gele versie 'in de markt gezet'. Maar nu is er ook de rode kiwi, al is rood een ietwat overdreven verkoopargument want deze kiwi is meer donkerroze en lichtroze dan rood. Maar goed, dat is de commercie.
Wat is er zo speciaal aan een rode kiwi? Zespri, de leverancier van de Zespri RubyRed™ Kiwi, meldt dat deze kiwi extra antioxidanten bevat, waaronder anthocyaninen. Die kennen we al langer omdat anthocyanines de rode kleur geven aan rode bessen, cranberry's, druiven en rode kool. Zespri meldt trots dat onderzoek heeft aangetoond dat anthocyaninen je stemming en het gevoel van welbevinden kan ondersteunen.
Da's een beetje vage omschrijving en dat klopt, want er is alleen in vitro (in een reageerbuisje) aangetoond dat anthocyaninen antioxiderende eigenschappen hebben. Er bestaat nog steeds geen doorslaggevend wetenschappelijk bewijs dat consumptie van voedsel dat rijk is aan anthocyaninen diezelfde effecten ook bij de mens heeft. Onderzoekers houden daarom een behoorlijke slag om de arm door vaak het woordje may ('kan') te gebruiken in hun omschrijving van de werking van anthocyaninen[1].
In het hierboven gemelde wetenschappelijk onderzoek melden de onderzoekers: Anthocyanins and carotenoids are phytochemicals that may benefit health through provitamin A carotenoid (PAC), antioxidant, and anti-inflammatory activities. These bioactives may mitigate chronic diseases. Consumption of multiple phytochemicals may impact bioactivity in synergistic or antagonistic manners.
[1] Kaeppler et al: Anthocyanin and Lycopene Contents Do Not Affect β-Carotene Bioefficacy from Multicolored Carrots (Daucus carota L.) in Male Mongolian Gerbils in Journal of Nutrition – 2023. Zie hier.
Verwilderde maïs?
Zoals deze: 'COGEM acht risico van MON810-maïs nog steeds verwaarloosbaar'. [Bron].
Er bestaat in Nederland kennelijk een Commissie Genetische Modificatie (COGEM). Deze commissie is gevraagd te adviseren over de tweede hernieuwing van de vergunning voor import en verwerking van de genetisch gemodificeerde maïsvariant MON810. In deze variant is het cry1Ab-gen tot expressie gebracht, waardoor de maïs tolerant is voor bepaalde plaaginsecten. De COGEM acht de risico’s voor mens en milieu bij import en verwerking van MON810 verwaarloosbaar klein zijn.
Tot zover geen probleem.
Het is volgens de COGEM onwaarschijnlijk dat de genetisch gemodificeerde maïsplanten zich in Nederland kunnen vestigen, omdat verwildering van maïsplanten in Nederland nooit is waargenomen. Bovendien komt de wilde verwant van maïs, teosinte, niet in de natuurlijke omgeving in Nederland voor, waardoor de kans dat de ingebrachte genetische eigenschappen zich naar een andere soort kunnen verspreiden, te verwaarlozen is.
Dus volgens de commissie is verwildering van maïsplanten in Nederland nooit waargenomen. Dat is een uiterst vreemde opmerking, want in heel Nederland zijn intussen verwilderde maïsplanten aangetroffen. Zie de kaart hieronder.
Maïs slaat op uit gemorst graan of uit vogelvoer en wordt in Nederland nogal eens aangetroffen in bermen, op stortplaatsen en op ruderale terreinen. En die oervorm, teosinte, is in ieder geval in Zuid-Europa een probleem aan het worden.
Dat betekent dat de leden van de commissie volstrekt incapabel lijken te zijn en je vraagt je af wat het nut van zo'n commissie is. Een parkeerplek voor mislukte kamerleden en wetenschappers?
Roodschimmelkaas
De geur wordt verergerd door factoren die het zweten verhogen, zoals het dragen van schoenen met gesloten neus. Sportschoenen, zoals sneakers, zijn vaak zwaar gevoerd aan de binnenkant, wat een perfecte omgeving oplevert om vocht vast te houden en de bacteriën te laten gedijen.
Nu zijn er wel meer bacteria die zich zeer thuis voelen op een zwetende voet, maar de Brevibacterium linens wordt beschouwd als de belangrijke oorzaak. Ze voeden zich met huidschilfers en zetten daarbij het aminozuur methionine om in methaanthiol, een kleurloos gas met een kenmerkend zwavelachtig aroma.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Brevibacterium, is een combinatiewoord: brevis stamt uit het Latijn met de betekenis 'kort' of 'klein', terwijl baktḗrion (βακτήριον) uit het Oudgrieks afkomstig is, waar het 'kleine staf' betekende. Het woord beschrijft dus de vorm van dit geslacht. Het tweede deel, linens, is Latijn 'smeren'. Een kaas wordt ermee besmeerd.
Zoals we al eerder hebben gezien, heeft een voedingsbodem nogal wat invloed op de geur die een bacterie produceert. Leeft hij tussen een paar vieze tenen dan is die geur bepaald onaangenaam, maar besmeer je er een kaas mee, dan ontstaat een heerlijke roodschimmelkaas.
Het idee is al millennia oud en in heel Europa worden kazen op deze manier 'ingekleurd'. De bacteria geven de kaas ook de zo kenmerkende pittigheid. Bekende varianten zijn Munster, Limburger, Port-du-Salut, Raclette, Livarot, Pont l'Eveque, Époisses, Năsal and Pálpusztai.
Er is intussen behoorlijk wat onderzoek gedaan naar de effecten van de geur van zweetvoeten en roodschimmelkaas op muskieten. Dat blijkt toch echt een broodje app-verhaal te zijn[1].
Overigens is de term 'roodschimmelkaas' natuurlijk behoorlijk misleidend. Er komt immers geen schimmel aan te pas bij het maken van deze kaas.
[1] Kline: Olfactory responses and field attraction of mosquitoes to volatiles from Limburger cheese and human foot odor in Journal of Vector Ecology - 1998
Peanut Butter Mylk
Het recept is uiterst eenvoudig en de peanut butter mylk is binnen luttele seconden klaar.
Ingrediënten:
- een eetlepel pindakaas
- 2 tot 3 kopjes water
Bereidingswijze:
Mix, meng of blend de pindakaas met een beetje water om de pasta wat smeuïger te maken. Voeg vervolgens 2 of 3 kopjes water toe en mix opnieuw Hoe meer water je besluit toe te voegen, hoe wateriger de drank wordt. Zoek dus het evenwicht tussen smaak en vocht.
De smaak is nog beter indien de peanut butter mylk gekoeld wordt gedronken.
Van pindakaas tot pindapasta
Pindakaas is een smeersel van pinda's, dat in Engelstalige landen uiteraard peanut butter ('pindaboter') wordt genoemd, maar ook dit woord zou in ons land tegen dezelfde problemen aanlopen. Pindaboter is immers geen zuivelproduct en zou dus een verboden benaming zijn.
Hoe wij aan het woord 'pindakaas' zijn gekomen is een beetje een raadsel, maar vermoedelijk stamt het uit ons koloniale verleden. In 1783 verscheen het handgeschreven 'Neger-Englisches Wörterbuch' van C.L. Schumann (hier) en daarin was het woord 'Pinda-Käse' opgenomen als vertaling van het inheemse Sranaanse woord 'pinda-dokkunnu'. Het ging hierbij echter om een blokvormige massa gestampte pinda's, waarvan – net als bij kaas - plakken werden afgesneden.
Als je tegenwoordig 'pindakaas' zou willen introducteren dan zou het ongetwijfeld 'pindapasta' genoemd worden.
Marokkaanse muntthee
Om maar direct met de deur in huis te vallen: eigenlijk is de benaming 'Marokkaanse muntthee' niet helemaal juist. Deze verfrissende drank is populair in het hele noordwestelijke deel van Afrika en omvat landen als Marokko, Algerije, Tunesië, Libië en Mauritanië. De geografische aanduiding is de Maghreb, maar ik geef direct toe dat 'Maghrebijnse muntthee' niet echt lekker klinkt.
Het drinken van Marokkaanse muntthee heeft zich in de loop der eeuwen verder verspreid over delen van de Sahel, Frankrijk, Spanje en het Midden-Oosten. Theeconsumptie verspreidde zich door bredere segmenten van de bevolking als gevolg van de hongersnoden van de jaren 1880, toen het een calorievervanger voor noodgevallen werd en ook dienst deed als eetlustremmer.
Muntthee staat centraal in het sociale leven en het serveren ervan kan zelfs een ceremoniële vorm aannemen, vooral als het voor een gast wordt bereid.
De Marokkaanse muntthee wordt bereid met de zogenaamde gunpowder tea, een pittige gedroogde groene thee met een wat rokerige nasmaak, die voornamelijk uit de Chinese provincie Zhejiang afkomstig is. Theebladeren worden daar met veel zorg handmatig opgerold tot een kleine korrel. Het geheel lijkt op korrels buskruid. Daarin komt de inheemse cultivar Marokkaanse munt (Mentha spicata crispa 'Moroccan') met gekrulde bladeren (vandaar crispa) en witte bloemen. Deze munt heeft een fris en scherp aroma, perfect om verkoeling te geven in de soms zinderende hitte van de regio.
De basisingrediënten van de thee zijn groene thee, verse muntblaadjes, kokend water en veel, heel veel suiker. De verhoudingen van de ingrediënten en de zettijd kunnen sterk variëren. De bladeren blijven in de pot terwijl de thee wordt geconsumeerd. Het wordt van bovenaf in glazen geschonken om losse theeblaadjes naar de bodem van het glas te laten dwarrelen.
Traditioneel wordt de thee uit dezelfde pot drie keer geserveerd. Omdat de munt en de thee in de pot blijven zitten wordt de thee steeds sterker. Het wordt beschreven in een bekend Maghrebijns gezegde:
Het eerste glas is zo zacht als het leven,
de tweede is zo sterk als liefde,
de derde is zo bitter als de dood.
Ik kan uit ervaring volmondig beamen dat dit helemaal klopt.
Zwarte ui
![]() |
[Boven: zwarte limoen - Onder: zwarte ui] |
"De zwarte ui hebben we sinds 2022 in ons assortiment," zo meldt Anne Kuperus van Kuperus Foods ons. Deze uien worden op dezelfde manier gefermenteerd als de knoflook.
Een zwarte ui start zijn leven in Spanje. Na de oogst wordt hij meer dan 40 dagen lang gefermenteerd in speciaal daarvoor geprepareerde ovens met een gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Het resultaat van dit fermentatieproces is dat de suikers en zuren de worden afgebroken en de ui verandert in een zwarte, zachte 'umamibom' (de vijfde smaak), met smaken die vergelijkbaar zijn met ketjap en balsamico-azijn. Omdat uien groter en vochtiger zijn dan knoflook neemt de fermentatie uiteraard meer tijd in beslag. Het hele proces resulteert in een ui die heel fris van smaak is en heel goed oplost in soepen of sauzen.
Ook hier ziet Anne Kuperus de vraag van stijgen. "Het is nog zeker niet te vergelijken met die van de zwarte knoflook, maar steeds meer mensen raken er bekend mee."
Daarnaast importeert Kuperus Foods zwarte limoen uit Somalië. Het productieproces van de zwarte limoen is, zo legt Kuperus uit, daarentegen in niets vergelijkbaar met de zwarte ui of knoflook. "In Somalië worden grote hoeveelheden limoenen op grote velden gedroogd in zon. Zo gaan de limoenen van groen naar geel en uiteindelijk naar zwart. De schilt wordt hard en het vruchtvlees wordt droog. Het resultaat is een frisse smaakmaker in salades of om kip mee te stoven."
Zie hier voor meer informatie.
Bavianen en Schistosomiasis
Wereldwijd zijn meer dan 200 miljoen mensen geïnfecteerd. Schistosomiasis komt vooral voor in Afrika, maar ook in tropische delen van Latijns-Amerika (Suriname, de Antillen) en Zuidoost-Azië. Sinds kort is er zelfs verspreiding van schistosomiasis in Corsica gemeld[1]. Er bestaan een aantal medicijnen die werkzaam zijn tegen schistosomiasis.
Maar bavianen kunnen ook besmet raken met die parasieten en die hebben geen toegang tot moderne medicijnen. Maar zij zijn zo slim dat ze hun eigen medicatie hebben verzonnen.
Uit onderzoek blijkt dat twee soorten bavianen, de groene baviaan of anubisbaviaan (Papio anubis) en de mantelbaviaan (Papio hamadryas) in Ethiopië vruchten en bladeren van de zeepbesboom (Balanites aegyptiaca) opeten om de schistosomiasis te bestrijden[2].
Werkt dat, zo zul je je wellicht afvragen. Inderdaad werkt het omdat die vruchten een stofje bevatten met de naam diogenine. Dat is een precursor ('voorloper') van een hormoon dat de ontwikkeling van schistosomiasis hindert. Diosgenine wordt zelfs gebruikt bij de commerciële productie van cortisone, pregnenolone, progesterone en andere hormonen.
De wetenschap is echter nooit tevreden met vermoedens en daarom gaven ze met schistosomiasis besmette muizen een hapje met desert dates, het fruit van de zeepbesboom, en het bleek dat er een behoorlijke vermindering van de eitjes van die parasitaire worm kon worden vastgesteld[3].
Toch slim van die bavianen en je vraagt je af waarom de bewoners van Ethiopië datzelfde fruit ook niet als medicijn gebruiken.
[1] Berry et al: Evidence for a permanent presence of schistosomiasis in Corsica, France, 2015 in European Centre for Disease Prevention and Control - 2016. Zie hier.
[2] Lozano: Parasitic Stress and Self-Medicaton in Wild Animals in Advances in the Study of Behavior – 1998. Zie hier.
[3] Koko et al: Evaluation of oral therapy on Mansonial Schistosomiasis using single dose of Balanites aegyptiaca fruits and praziquantel in Fitoterapia – 2005. Zie hier.
Dadels en je bloeddruk
Als we het over zout en voeding hebben, dan bedoelen we keukenzout, waarvan de chemische benaming natriumchloride (NaCl) is. Het is dus een combinatie van natrium (Na) en chloride (Cl), maar het is de natrium waar de wetenschap bezorgd over is.
De Gezondheidsraad adviseert (pdf) volwassenen om dagelijks niet meer dan 6 gram zout in te nemen. Omgerekend staat dat gelijk aan 2,4 gram natrium. Volgens het Voedingscentrum krijgen mannen gemiddeld 8,9 gram zout per dag en vrouwen 6,6 gram zout per dag binnen. Dat men het over gemiddelden heeft, betekent dat er ook grote uitslagen naar boven (en naar beneden) zullen zijn.
De nadelen van een chronisch teveel aan zout zijn natuurlijk wel bekend. Het zorgt voor een verhoogde bloeddruk, verhoogt de kans op hart- en vaatziekten, leidt tot chronische nierschade en zorgt voor botontkalking (osteoporose), omdat je samen met het teveel aan natrium ook veel calcium (Ca) uitplast.
Dadels bevatten echter veel kalium (P)[1]. Die kalium verlaagt de bloeddruk bij mensen met een hoge bloeddruk. Daarnaast verkleint een hogere inname van kalium het risico op een beroerte[2].
De conclusie is duidelijk: als je gezondheid je lief is, eet je regelmatig (of regelmatiger) dadels.
Koop je extra virgine Tunesische Terra Delyssa olijfolie hier.
[1] Alahyane et al: Evaluation of some nutritional quality criteria of seventeen Moroccan dates varieties and clones, fruits of date palm (Phoenix dactylifera L.) in Revista brasleira de biologia – 2021. Zie hier.
[2] Huang et al: Interim effects of salt substitution on urinary electrolytes and blood pressure in the China Salt Substitute and Stroke Study (SsaSS) in American Heart Journal – 2020. Zie hier.
Dadels en je hart
Erfelijkheid speelt een rol bij het ontstaan van deze problemen, maar er zijn ook beïnvloedbare factoren die de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten verhogen. Denk aan roken, alcoholgebruik, stress, overgewicht, diabetes, hoge bloeddruk en een te hoog cholesterol.
Hart- en vaatziekten ontstaan vooral door micro-ontstekingen[1].
We hebben hier al kunnen vaststellen dat het eten van dadels een behoorlijk positief effect heeft op diverse ontstekingswaarden in het lichaam. Datzelfde effect hebben dadels uiteraard ook op je hart en bloedvaten.
Het lijkt er op dat de consumptie van dadels (Phoenix dactylifera) geselecteerde markers van vasculaire gezondheid kan moduleren, met name plasmalipideniveaus inclusief triglyceriden en cholesterol, die wijzen op oxidatieve stress en ontsteking[2]. Omdat data betreffende het effect op mensen nog schaars is wordt meer onderzoek aanbevolen. De beschikbare gegevens ondersteunen het idee dat inname van dadels een onderdeel kan zijn van een gezonde levensstijl voor diegenen die positieve effecten op de gezondheid van hun hart en bloedvaten willen hebben.
Een andere studie onderzocht het antihyperlipidemisch (verlaging van een te hoge concentratie lipiden in het bloed) potentieel van de dadel[3]. Het voeren van ratten met een cholesterolrijk dieet verhoogde significant hun lichaamsgewicht en levergewicht, totaal cholesterol (TC), low-density lipoprotein-cholesterol (LDL-C), very-low-density lipoprotein-cholesterol (VLDL-C) en triglyceriden (TG) in plasma en lever, en verminderde het gehalte aan high-density lipoproteïne-cholesterol (HDL-C) en antioxiderende enzymactiviteiten. Samenvatting: Dat was dus slecht.
Orale toediening van 25, 50 en 100 milligram dadelextract (DPE) per kilo lichaamsgewicht aan ratten verminderde echter significant hun lichaamsgewicht en levergewicht, totaal hepatisch cholesterol, LDL-C, VLDL-C en triglyceriden. Bovendien verbeterde het dadelextract de HDL-C-concentratie en antioxiderende enzymactiviteit op een concentratieafhankelijke manier. Daardoor werden de lipidenprofielen gereguleerd, waardoor het antioxidantafweersysteem werd versterkt. Samenvatting: Dat was dus goed.
De onderzoekers concluderen dat dadels kunnen helpen bij de preventie en genezing van hart- en vaatziekten.
Koop je extra virgine Tunesische Terra Delyssa olijfolie hier.
[1] Venkata et al: Infections, atherosclerosis, and coronary heart disease in European Heart Journal – 2017. Zie hier.
[2] Al-Dashti et al: Date Palm Fruit (Phoenix dactylifera): Effects on Vascular Health and Future Research Directions in International Journal of Molecular Sciences – 2021. Zie hier.
[3] Alqarni et al: Antioxidant and antihyperlipidemic effects of Ajwa date (Phoenix dactylifera L.) extracts in rats fed a cholesterol-rich diet in Journal of Food Biochemistry – 2019. Zie hier.
Dadels en je hersenen
Natuurlijk zit de dadel boordevol suiker en is dus een goede bron van energie, maar het bevat ook behoorlijk wat vitamines en mineralen. Bovendien zijn dadels rijk aan polyfenolen en flavonoïden, die niet alleen een sterke anti-oxiderende werking hebben, maar ook ontstekingsremmend werken. Ook bevat het syringinezuur dat ook al positieve effecten op je gezondheid heeft.
Intussen hebben wetenschappers eens gekeken naar de mogelijk gunstige effecten van dadels op neurodegeneratieve ziektebeelden, zoals de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, de ziekte van Huntington en amyotrofische laterale sclerose (ALS)[2].
Het bleek dat het regelmatig consumeren van dadels inderdaad de ontstekingswaarden in het bloed vermindert. Toevoegen van dadels aan je dieet verminderde significant activiteit van pro-inflammatoire cytokines, waaronder IL-1β, IL-2, IL-3, IL-4, IL-5, IL-6, IL-9, IL-10, TNF-α en eotaxin[3]. Weliswaar is dat effect nog slechts in muizen vastgesteld, maar het is duidelijk een begin.
Voortdurende blootstelling aan pro-inflammatoire cytokines zorgt voor een hoger risico op ontstekingen en ontstekingsgerelateerde ziektebeelden. En onderzoek heeft uitgewezen dat pro-inflammatoire cytokines een negatief effect hebben op het ontstaan van die neurodegeneratieve ziektebeelden[4].
Er is nog veel meer onderzoek noodzakelijk om positieve effecten van dadels op het ontstaan van neurodegeneratieve ziektebeelden te bewijzen. Intussen kan het beslist geen kwaad om meer dadels in je dagelijkse voedingspatroon op te nemen.
Koop je extra virgine Tunesische Terra Delyssa olijfolie hier.
[1] Tengberg: Beginnings and early history of date palm garden cultivation in the Middle East in Journal of Arid Environments – 2012. Zie hier.
[2] Essa et al: Beneficial effects of date palm fruits on neurodegenerative diseases in Neural Regenaration Research – 2016. Zie hier.
[3] Essa et al: Long-Term Dietary Supplementation of Pomegranates, Figs and Dates Alleviate Neuroinflammation in a Transgenic Mouse Model of Alzheimer’s Disease in PloS One – 2015. Zie hier.
[4] Su et al: Inflammatory Cytokines and Alzheimer’s Disease: A Review from the Perspective of Genetic Polymorphisms in Neuroscience Bulletin – 2016. Zie hier.
Puerto Rican Yellow
De Puerto Rican Yellow is een broertje (of zusje) van diverse andere locale pittige chilipepers. Denk aan de Habanero (uit Mexico), de Madame Jeanette (uit Suriname), de Bonda Ma Jacques (van Martinique), Scotch Bonnet (van de Bahama's en Jamaica) en de Habanero Congo Trinidad (van Trinidad).
Al deze chilipepers verschillen maar minimaal in geur, smaak en pittigheid. Afhankelijk van de ondergrond, de gemiddelde temperatuur of zelfs de hoeveelheid vraatzuchtige planteneters zal de pittigheid, gemeten met de zogenaamde Schaal van Scoville, behoorlijk kunnen variëren.
De Puerto Rican Yellow is iets minder pittig dan de meeste andere familieleden. Die hebben een pittigheid die kan oplopen tot boven de 350,000 op de Schaal van Scoville. De Puerto Rican Yellow zal een waarde van iets meer dan 100,000 kunnen behalen. Daarbij hoort wel de zo kenmerkende frisse citrusachtige geur en smaak van de Capsicum chinense.
Het is een zeer productieve plant die lantaarnvormige chilipepers krijgt. Gedurende het rijpingsproces verkleuren de chilipepers van groen naar geel en krijgen vaak een paarse gloed. Uiteindelijk worden ze drie tot vier centimeter lang, waarmee ze iets kleiner van formaat zijn dan bijvoorbeeld een Madame Jeanette.
Omdat de Puero Rican Yellow als plant niet hoger zal worden dan anderhalve meter is hij zeer geschikt voor het telen in potten. Die plant staat dan perfect op een balcon of beschutte patio. Dit ras is zeer productief.
De chilipepers hebben een heel dun velletje, waardoor ze perfect zijn voor het maken van pittige sauzen, salsas, sambals, etc. Je kunt ze ook inmaken in azijn om ze langer te kunnen bewaren.
Wil je zelf eens proberen om deze bijzondere chilipeper op te kweken dan kun je hier de zaadjes bestellen.
Pruimen en Geheugen
Bij een Australisch onderzoek werden muizen onderverdeeld in vier groepen[1]. Eén groep was de controlegroep (die geen pruimenextract kreeg), terwijl de andere groepen pruimenextracten kregen toegediend in verschillende sterktes (75, 100, 150 mg/kg lichaamsgewicht). Het experiment duurde zeven dagen.
Er werd een behoorlijk verschil gevonden in het aantal pogingen tot drinkmomenten tussen de groepen. De resultaten gaven ook aan in de retentietest, toediening van 75 en 100 mg/kg pruim veroorzaakte een verhoogde step through latency (STLr), vergeleken met de controlegroep. De resultaten toonden ook aan dat de totale tijd doorgebracht in dark compartment (TDC) door de dieren van de extractgroepen lager was dan die van de controlegroep.
Nu wil iedereen, die dit artikel leest, natuurlijk weten wat een step through latency (STLr) en een dark compartment (TDC) zijn. De eerste is een taak, waarin muizen in een helverlicht compartiment geplaatst worden. Daar houden ze niet van en ze willen graag een donkerder compartiment ingaan. Maar als ze dat donkere compartiment ingaan, krijgen ze een kleine electrische schok te verduren. De neiging om toch dat donkere compartiment binnen te gaan, wordt gebruikt als een index van het vermogen van het dier om de associatie tussen de negatieve stimulus en de specifieke omgevingscontext te leren en te onthouden.
De conclusie van dit onderzoek was dat een pruimenextract een gunstig effect op leren en onthouden bij een passieve vermijdingstaak.
Bij dat onderzoek werden muizen gebruikt en iedereen zal begrijpen dat de resultaten daarvan niet zonder meer op mensen kunnen worden getransplanteerd. Laten we zeggen dat het een beginnetje is. Niet meer en niet minder.
Een ander onderzoek heeft eens gekeken naar de huidige stand van zaken betreffende de positieve effecten van de pruim. Ze waren niet onder de indruk van de kwaliteit van de onderzoeken: 'The level of evidence remains low'[2].
[1] Shahidi et al: Effect of Prunus domestica L. (mirabelle) on learning and memory in mice in Ancient Science of Life – 2013. Zie hier.
[2] Igwe, Charlton: A Systematic Review on the Health Effects of Plums (Prunus domestica and Prunus salicina) in Phytotherapy Research - 2016
Pruimen en Osteoporose
Van belang voor een goede botopbouw zijn hoogwaardige voeding, niet te veel vet en suiker, met voldoende vitamine D, magnesium en calcium, voldoende lichaamsbeweging en bij voorkeur minstens een kwartier per dag blootstelling aan zonlicht van belang. Van roken is bekend dat het de botontkalking juist bevordert[1].
Het risico op breuken neemt toe met de leeftijd, vooral bij personen die ouder zijn dan 75 jaar. Een op de twee vrouwen en een op de vijf mannen van 50 jaar of ouder zal ten minste een botbreuk ten gevolge van osteoporose oplopen.
Van pruimen was al langer bekend dat het positieve effecten heeft op de botdichtheid. Een onderzoek uit 2005 toonde aan dat het eten van gedroogde pruimen de botdichtheid bij ratten (in de kunstmatige overgang) verhoogde[2]. Een ander onderzoek speculeerde dat het effect op de botdichtheid wellicht het gevolg was van de aanwezigheid van polyfenolen die de aanmaak van osteoclasten (botafbrekers) verminderde en de aanmaak van osteoblasten (botopbouwers) verhoogde[3].
Recent werden de resultaten van een nieuw onderzoek gepubliceerd[4]. Er werd een groep van 235 vrouwen in de menopauze een jaar lang gevolgd. Er werd nagegaan wat de effecten waren van de dagelijkse consumptie van 50 gram (~6 stuks) of 100 gram (~12 stuks) pruimen op hun botdichtheid. Die werd gemeten na 6 en 12 maanden en vergeleken met een controlegroep die geen pruimen op het menu hadden gekregen.
Na dat jaar bleek dat de botdichtheid in de heupen van de vrouwen in de controlegroep (die dus geen pruimen kregen) was afgenomen, terwijl die bij vrouwen die dagelijks 50 gram pruimen aten, wel mooi op peil was gebleven. Ook het risico op botbreuken steeg bij de controlegroep al na zes maanden, terwijl dat ongewijzigd bleef in de groepen die respectievelijk 50 gram en 100 gram pruimen per dag aten.
Omdat er nauwelijks verschil was tussen de effecten van de dagelijkse consumptie van 50 gram en 100 gram pruimen, menen de onderzoekers dat het volgen van een dieet waarbij 50 gram pruimen per dag gegeten werd een waardevolle methode is om het risico op botbreuken te voorkomen. Bovendien lijkt het consumeren van pruimen het ontstaan van hormoongevoelige borstkanker vermindert.
[1] Kelsey: Risk factors for osteoporosis and associated fractures in Public Health Reports – 1989
[2] Deyhim et al: Dried plum reverses bone loss in an osteopenic rat model of osteoporosis in Menopause - 2005
[3] Rendina et al: Dried Plum’s Unique Capacity to Reverse Bone Loss and Alter Bone Metabolism in Postmenopausal Osteoporosis Model in PloS One - 2012
[4] De Souza et al: Prunes preserve hip bone mineral density in a 12-month randomized controlled trial in postmenopausal women: the Prune Study in American Journal of Clinical Nutrition – 2022.
Pruimen en Borstkanker
Onderzoek suggereert dat bepaalde metabolieten (afbraakproducten) van oestrogeen ook een rol spelen bij het mogelijk ontwikkelen van borstkanker. Het metabolisme van oestrogenen omvat de omzetting van oestradiol in oestron, dat vervolgens via twee concurrerende routes wordt gehydroxyleerd tot ofwel 16α-hydroxyestrone (16αOHE1) ofwel 2-hydroxyestrone (2OHE1) en 4-hydroxyestrone (4OHE1).
16αOHE1 behoudt zijn biologische activiteit en wordt daarom als een risicofactor beschouwd. Van de twee is 2OHE1 de belangrijkste metaboliet. Het is biologisch inactief en kan zelfs anti-oestrogene activiteit hebben. 2OHE1 bevordert dus geen oestrogeenafhankelijke kankers en kan je er mogelijk zelfs tegen beschermen. Daarom wordt een hoge verhouding van de inactieve metaboliet 2OHE1 ten opzichte van de actieve metaboliet 16αOHE1 beschouwd als een gunstig risicoprofiel voor borstkanker[1][2].
Wetenschappers hebben lang na zitten denken hoe dit probleem kon worden aangepakt. Ze bedachten dat pruimen een lichte laxerende werking hebben als gevolg van de aanmaak van sorbitol, relatief veel vezels bevatten en dus zorgen voor een verbeterde stoelgang. Daardoor kon de uitscheiding van oestrogeenmetabolieten in de ontlasting verhoogd worden en wat tegelijkertijd kon leiden tot verlaging van die metabolieten in het plasma en de urine. Er werd dus een onderzoek opgestart, waarbij vrouwelijke proefpersonen zes maanden (ofwel drie menstruatiecycli) ongeveer 100 gram pruimen (~12 stuks) per dag moesten opeten[3]. Dat lijkt veel, maar ze konden ze over de hele dag vers, gedroogd, als siroop of zelfs als saus innemen.
Inderdaad nam de concentratie van 16αOHE1 in de urine tijdens de eerste maand van suppletie met pruimen significant af. De 2OHE1-concentraties in de urine namen ook significant af tijdens de luteale fase in de derde maand van pruimensuppletie. De pruimen verhoogden waarschijnlijk de darmklaring van 16αOHE1 gedurende de menstruatiecyclus.
Toch bleek niet alles zoals verwacht, want na verloop van tijd kroop het niveau van 16αOHE1 toch weer wat omhoog. Vermoedelijk compenseert het lichaam de tekorten aan 16αOHE1.
Meer onderzoek is nodig, volgens de onderzoekers, al zou het dagelijks eten van pruimen beslist aan te bevelen zijn.
[1] Telang et al: Estradiol metabolism: an endocrine biomarker for modulation of human mammary carcinogenesis in Environmental Health Perspectives – 1997. Zie hier.
[2] Sepkovic et al: Estrogen metabolite ratios and risk assessment of hormone-related cancers. Assay validation and prediction of cervical cancer risk in Annals of the New York Academy of Science – 1995. Zie hier.
[3] Kasim-Karakas et al: Effects of prune consumption on the ratio of 2-hydroxyestrone to 16α-hydroxyestrone in American Journal of Clinical Nutrition – 2002. Zie hier.
Een bijzondere chilipepeper: Lombardo
De Lombardo is een variant van de Peperoncinis, de in het Mediterrane gebied veel voorkomende groene chilipepers, alias paprika's, want de pittigheid van de meeste familieleden is soms geheel afwezig (Scovilleschaal: 0) of die pittigheid is nauwelijks waarneembaar voor de liefhebbers van pittige gerechten (Scovilleschaal: minder dan 1.000). Al eerder hebben we hier een ander familielid, de Long Green (of Golden Greek Pepperoncini), beschreven. De Lombardo is dus een perfecte keus voor mensen die wel de smaakbeleving van een chilipeper willen ervaren, maar niet zo van de scherpte houden.
Uiterlijk lijkt de Lombardo op een Cayennepeper (Scovilleschaal 30,000 tot 50,000), maar een voorzichtige hap zal direct het verschil duidelijk maken.
Deze oude Italiaanse variëteit vormt een ietwat gekronkelde, langwerpige chilipeper van circa tien centimeter lang. Hij is door zijn dunne schil perfect geschikt om hem rauw te consumeren, maar een nog beter idee is om hem als tapa (tapas is de meervoudsvorm) in te zetten. De chilipepers in de lengterichting doorsnijden, vullen met geitenkaas en besprenkelen met wat extra virgine olijfolie. Tot slot 25 minuten in de oven en je gerechtje is al klaar om je gasten mee te verleiden.
De Lombardo groeit uit tot een wat bossige plant en doordat hij gewend is aan het koelere klimaat in Lombardije zal hij ook in onze contreien goed tot zijn recht komen. Zaai hem uit in januari tot april en laat de zaadjes in de vensterbank, kas of een andere beschutte plaats ontkiemen. Pas eind mei mogen de zaailingen in de koude grond, maar op een beschutte en zonnige plaats worden geplant. De chilipepers verkleuren van heel lichtgroen tot rood. Gedurende dat rijpingsproces zal de chilipeper een zoete, fruitige smaak ontwikkelen.
In Italië zul je de Lombardo vooral ingemaakt aantreffen. Dat noemen ze daar sottoaceto ('onder de azijn'), een manier om een product langer houdbaar te maken. Het is dus een variant van sott'olio ('onder de olie'). Het zijn traditionele manieren om tijdens de winterperiode toch (relatief) vers fruit en verse groente beschikbaar te hebben.
Wil je zelf eens proberen deze bijzondere chilipeper op te kweken dan kun je hier de zaadjes bestellen.
Een bijzondere ui: Cipolla di Certaldo
Cipolla di Certaldo wordt voornamelijk geteeld binnen het gemeentelijk grondgebied van Certaldo, maar is ook te vinden in de nabijgelegen steden Montespertoli, Barberino Val d'Elsa, San Gimignano, Gambassi Terme en Castelfiorentino.
Er zijn twee versies van deze uien en elk wordt in een ander seizoen geoogst. Die verschillende oogstmomenten zorgen ook voor verschillende smaken en texturen: de statina is een zomerui, gekenmerkt door een lichtviolette kleur, sappige textuur en relatief zoete smaak, terwijl de donkerrode vernina, die in de herfst wordt geoogst, een sterke, scherpe smaak heeft.
Deze geliefde lokale uien werden zelfs genoemd in boek VI van de Decamerone, een verzameling van honderd verhalen, die de Italiaanse dichter en geleerde Giovanni Boccaccio (1313-1375) schreef, vermoedelijk in de periode 1349–1360. Dit middeleeuws werk wordt als zijn meesterwerk beschouwd. In Certaldo kwam Boccaccio kwam op deze wereld en stapte hij uiteindelijk weer van deze wereld.
Natuurlijk worden deze uien veel gebruikt in de lokale keuken. Eén van de klassieke lokale recepten combineert ze gebakken met bouillon en aardappelen in een crème die op smaak gebracht is met extra vierge olijfolie, meestal gesmeerd op geroosterde sneetjes Toscaans brood.
Een bijzondere chilipeper: Bonda Ma Jacques
De Madame Jeanette is de Surinaamse versie van de Habanero en is ook wereldberoemd in heel Nederland, maar wat moeten we denken van de Bonda Ma Jacques, een zeldzame chilipeper die qua kleur, geur en smaak wel heel erg doet denken aan de Madame Jeanette. Deze cultivar is inheems op het Caraïbische eiland Martinique, gelegen in de nabijheid van Guadeloupe, waar men de populaire televisieserie 'Death in Paradise' opneemt. Beide eilanden behoren tot Frankrijk.
De betekenis van de naam Bonda Ma Jacques is ook veelal onbekend. De benaming stamt echter uit de taal van de Creolen, een bevolkingsgroep die afstamt van voormalige Afrikaanse slaven. De versie, die op Martinique gesproken wordt, heeft behoorlijk wat Franse en Afrikaanse invloeden. Bonda is een van oorsprong Afrikaans woord dat 'billen' of 'achterwerk' betekent. Zowel Ma als Jacques tonen aan dat de Creolen nogal economisch met hun woorden zijn, want Ma wordt gebruikt als verkorting van Madame, terwijl Jacques daardoor de vrouwelijke versie van die naam moet zijn: Jeanette.
Met andere woorden: de Bonda Ma Jacques is een versie van de Madame Jeanette met een vorm die wat weg heeft van een achterwerk. Zo, weet je dat ook weer.
Qua scherpte doet hij ook niet voor een Madame Jeanette onder met een pittigheid die schommelt tussen de 100,000 en 350,000 SHU's. Doordat alle Habanero's als soort Capsicum chinesis zijn, heeft ook de Bonda Ma Jacques een fruitige, naar citrus neigende smaak.
[1] Katherine Chiou and Christine Hastorf: Capsicum spp. at the Preceramic Sites of Huaca Prieta and Paredones, Chicama Valley, Peru for Vanderbilt University - 2012. Zie hier.
Wil je eens proberen om enkele van deze bijzondere chilipepers op te kweken dan kun je hier de zaadjes bestellen.