Wilde Chilipepers: Capsicum galapagoense

Botanici zijn het er nog steeds niet helemaal over eens, maar de meesten denken dat er tegenwoordig zo'n 30 verschillende Capsicumsoorten bestaan. Van de Capsicumsoorten zijn er slechts een vijftal getemd. Nog steeds worden er trouwens nieuwe soorten in de bijkans ondoordringbare oerwouden van Midden- en Zuid-Amerika ontdekt.

De Capsicum galapagoense ofwel de Galápagos pepper is een zeer zeldzame wilde chilipeper met een zeer beperkte habitat. Deze soort groeit slechts op de twee grootste eilanden van de in de Stille Zuidzee gelegen Galápagos archipel: Isabela en Santa Cruz. Door de afgelegen ligging van de eilanden wordt gedacht dat deze chilipepersoort gedacht dat hij bijzonder veel gemeen heeft met de oerpeper.
De plant staat vooral bekend als sierpeper, voornamelijk vanwege zijn aromatische en harige steel en bladeren. Deze chilipeper groeit in de juiste omstandigheden als een struik van maximaal een meter hoog, al zijn er berichten dat de plant zeer lastig tot bloei te krijgen is buiten zijn reguliere habitat. De stervormige bloemen zijn wit en de helmknoppen zijn geel. De ronde hete chilipepers (circa 30,000 SHU's) rijpen van groen, via rood naar dieppaars en zijn bijzonder klein met een doorsnede van slechts een halve centimeter.

Charles Darwin (1809-1882) deed ook op de Galápagos Eilanden onderzoek. Het leverde uiteindelijk zijn baanbrekend boek 'The Origin of Species' op. Daarin claimde hij dat de verschillende varianten vinken op de diverse eilanden hem achteraf het idee voor natuurlijke selectie hadden gegeven.

Als hij beter op de vele soorten chilipeper had gelet, die op het Amerikaanse continent groeien, dan was hij mogelijk al veel eerder tot dezelfde conclusie gekomen.

Wilde chilipepers worden niet voor niets 'wild' genoemd. Ze laten zich maar moeilijk temmen, het opkweken gaat gewoonlijk erg lastig en daarom wordt het afgeraden om te proberen de zaadjes zelf op te kweken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten