![]() |
[Cucurbita andreana] |
De Cucurbita maxima heeft zijn naam te danken aan het enorme formaat dat sommige rassen kunnen bereiken. Deze soort stamt uit het gebied, dat globaal is aan te duiden met Noord-Argentinië, Bolivia, Zuid-Peru en Noord-Chili, waar diens voorouder, de Cucurbita andreana, nog vrolijk in het wild groeit. Archeologische opgravingen tonen aan dat de Cucurbita maxima wat later is gedomesticeerd dan andere soorten, zo rond 600 vC.
Veel later, in de vijftiende eeuw werd de Cucurbita maxima een stuk noordelijker door de Inca's gebruikt en de soort bereikte Noord-Amerika in de zestiende eeuw. Tot na de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) werd ze slechts geteeld door de meeste stammen van wat men nu politiek correct native Americans noemt, maar die vroeger (foutief) Indianen werden genoemd. Daarna verspreidde het gebruik zich uit over de gehele, inmiddels Verenigde Staten.
Hubbard-pompoenen kunnen allerlei kleuren (blauw, geel) en vervormingen (wrattige huid) hebben, maar het zijn stuk voor stuk goede pompoenen om op te slaan voor de winter. Ook de bekende Japanse oranje of groene uchiki kuri ofwel hokkaido-pompoen is een bekend lid van de Hubbard-groep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten