Een bijzondere pompoen: Long Island Cheese

Aangezien pompoenen oorspronkelijk uit Midden- en (noordelijke delen van) Zuid-Amerika stammen is het niet verwonderlijk dat de meeste heimlooms (letterlijk 'erfstukken') ook uit die contreien stammen.
De Long Island Cheese is een van de oudste variëteiten die in de Verenigde Staten commercieel verbouwd werden. Bovendien was het de allereerste bewaarpompoen die geschikt was om mensen de winter door te helpen.

Al in 1807 werd de Long Island Cheese officieel geïntroduceerd in de zaadcatelogus van Bernard McMahon die destijds in Philadelphia woonde. Het duurde niet lang voordat het een van de meest populaire pompoen was die voornamelijk aan de Atlantische kust werd geteeld. Hij bleef 'in de mode' tot de jaren zestig van de vorige eeuw toen er nieuwe variëteiten werden geïntroduceerd die beter geschikt bleken voor de toenemende industrialisatie van het land. Alles moest immers sneller, beter, goedkoper en dus vergat men de menselijke maat te vaak uit het oog. Tegenwoordig is de Long Island Cheese nog maar bij weinig mensen bekend. 

De naam is al een verklaring voor zijn oorsprong en vorm. Hij is vernoemd naar Long Island ('Lange Eiland'), intussen een dichtbevolkt deel van New York. Bovendien doet zijn afgeplatte vorm denken aan die van een kaaswiel.

De Long Island Cheese is een niet al te grote pompoen die van 5 tot 10 kilogram zwaar kan worden. Hij is in het bezit van een gladde, ietwat geelbruine tot bleekgele schil met niet al te uitgesproken ribben. Het diep oranje vruchtvlees is niet te zoet en dicht van structuur. Het omringt een grote centrale holte met vruchtvlees en veel platte, traanvormige, crèmekleurige, eetbare zaden.

Eenmaal tot gerechten verwerkt is de Long Island Cheese zacht en romig met een milde, zoete en aardse smaak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten