Toen de Spanjaarden in de vijftiende eeuw in de Nieuwe Wereld 'rondkeken' ontdekten ze dat de Azteken een saus maakten die ze ahuaca-molli noemden in het Nahautl, de taal die tegenwoordig nog steeds door zo'n 1.5 miljoen mensen in Midden-Amerika wordt gesproken. Dat was een combinatiewoord van twee woorden: molli betekent 'tot saus geprakt', terwijl ahuacatl een dubbele betekenis had met 'testikel' en de vrucht met dezelfde vorm, namelijk avocado.
[Foto: Nikodem Nijaki] |
– 2 rijpe avocado's
– 2 eetlepels limoensap, bedoeld om te snelle verkleuring van het vruchtvlees tegen te gaan.
– 2 chilipepers, zo mogelijk Jalapeño pepers (fijn gesneden)
– 3 tomaten (ontzaad en in blokjes gesneden)
– 1 eetlepel vers gehakte koriander
– 1 teentje knoflook (fijn gehakt)
– zout en peper
Halveer de avocado's en verwijder de pitten. Schep het vruchtvlees met een lepel uit de schil en prak het vruchtvlees met een vork fijn. Voeg de overige ingrediënten toe. Op smaak brengen met peper en zout. Maak de guacamole altijd kort voordat je de saus gaat gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten