De Reis van de Frikandel

Het lijkt dat de frikandel uniek is in het Nederlandse culinaire landschap. Nergens anders weet men van deze vleselijke lekkernij te kunnen genieten. De definitie van een frikandel luidt: een ronde langwerpige vleesstaaf van diverse soorten gekruid vlees, die na gefrituurd te zijn, warm gegeten wordt met (meestal) mayonaise, ketchup en gesnipperde ui. We noemen het dan een frikandel speciaal.
Om wetstechnische redenen is er een historie verzonnen over de oorsprong van de frikandel. Die 'historie' begint in Dordrecht in het jaar 1954 toen Gerrit de Vries, slager, gehaktballen maakte voor verkoop in de horeca. Door een vervelende wijziging van de warenwet in dat jaar moest hij de samenstelling van zijn lokaal populaire product eigenlijk noodgedwongen veranderen, maar daar had hij niet zoveel zin in. De reden: De Vries gebruikte slachtafval voor zijn gehaktballen en dat mocht niet meer.

Gehaktbal wordt Frikandel
Maar, niet getreurd, wat De Vries deed was slechts de vorm veranderen, waardoor het niet meer een gehaktbal was en niet meer onder de Warenwetgeving viel. De bal werd een staaf (of worst). Maar bij een nieuwe vorm hoort ook een nieuwe naam en De Vries kreeg deze aangereikt door een vrouwelijke snackbarhouder van Duitse afkomst: in haar thuisland bestond de Frikadelle, een (vaak) platte gehaktbal.

Kennelijk had De Vries niet goed geluisterd naar de vrouw (dat probleem hebben mannen wel vaker) en hij noemde zijn creatie dus 'frikandel' (met een 'n').

In Duitsland is de Frikadelle al sinds eind 17de eeuw bekend. In de loop van de geschiedenis ontstonden er ook wat alternatieve spellingen, zoals Frickedelle en – jawel - Fricandelle. De echte oorsprong van deze woorden moet in Frankrijk gezocht worden, alwaar fricandeau een worst van mager varkensvlees is dat tegenwoordig veelal als broodbeleg wordt verkocht.

Nederlandse oerfrikandellen
Maar wat de meeste artikelen over de oorsprong van de frikandel bijna moedwillig vergeten te vertellen is dat de vaderlandse voorloper van dit vleesgerecht al in de Middeleeuwen wordt genoemd. In de 15de eeuw bestaat de fricotel uit met kruiden en specerijen bestrooid en in repen gesneden kalfslever. Deze werden opgerold en aan een spies geroosterd. Na het roosteren worden deze fricotellen gestoofd in een saus met wijn en azijn, en vervolgens in plakjes gesneden opgediend. Denk aan een kruising tussen een slavink en een rollade. In 1667 was de fricotel in 'De Verstandige Kock' geëvolueerd tot frickedel.
[Bron: Coquinaria]

Hieruit blijkt dat de geschiedenis van de frikandel in Nederland uit vooral commerciële overwegingen moedwillig is vergeten. Het blijkt een oeroud Nederlands gerecht te zijn, waar we met recht trots op zouden moeten zijn. Een frikandel speciaal is daarmee met recht onderdeel van onze culinaire cultuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten