Wortelen en het gezichtsvermogen

Dat wortelen goed zijn voor je ogen is algemeen bekend. Er is tegenwoordig zelfs wetenschappelijk bewijs voor, maar hoe is men hierachter gekomen?
Dat zit zo. Britse piloten slaagden er tijdens de Tweede Wereldoorlog steeds beter in hun vijandelijke doelen 's nachts te lokaliseren en te bombarderen. De Duitsers meenden dat dit te danken was aan hun goede gezichtsvermogen. In werkelijkheid waren de nauwkeurige beschietingen het resultaat van de voortdurende ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals radar. Om dit geheim te houden, besloot de Britse overheid de mythe in de wereld te helpen dat Britse piloten hun goede gezichtsvermogen dankten aan het eten van wortelen.

Die mythe raakte alom bekend en zelfs wetenschappers besloten maar eens te gaan bekijken of er wellicht toch enige waarheid in school.

Wortelen danken hun oranje kleur aan de stof betacaroteen (ofwel pro-vitamine A) dat in het lichaam wordt omgezet in vitamine A. Mensen met een gebrek aan vitamine A hebben sneller last van nachtblindheid.

Wetenschappers ontdekten uiteindelijk dat vitamine A noodzakelijk is om rhodopsine te vormen, een extreem lichtgevoelig pigment, dat ons helpt om beter in het donker te kunnen zien. Die rhodopsine bestaat uit twee componenten, scotopsine en retinal. Die retinal wordt in het netvlies (de retina) geproduceerd op basis van vitamine A.

Blijkt die mythe per ongeluk nog waar te zijn ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten