De Reis van de Oliebol

Wat vertelt de geschiedenis ons over de historie van 'onze' oliebol?
Historici denken dat het oerrecept van de oliebol een Joodse oorsprong moet hebben. In de 16de eeuw werd het recept voor een doughnut ('deegnoot') ontwikkeld. Elders heet hij Berliner of pfannkuchen (Duitsland) of Krapfen (Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Italië). Die versie is tegenwoordig gevuld met jam of custard, maar diezelfde historici menen dat die vulling een latere toevoeging moet zijn.

Sefardische Joden
Eén route, die het recept zeker heeft gevolgd, is die vanuit Spanje naar Nederland. Toen de gevreesde Spaanse Inquisitie vanaf 1492 ten gevolge van het Verdrijvingsedict het vizier richtte op Sefardische Joden, vluchtten veel van hen naar de Lage Landen bij de Zee. In het door Moren bezette deel van Spanje at men destijds al iets wat op oliebollen lijkt: oliekoeken met (gedroogde) zuidvruchten. Alle bekende benamingen, die in het Nederlands bestaan voor in olie gefrituurde deegwaar, dateren vanaf het begin van de 16e eeuw, dus ná de aankomst van de Sefardische Joden in ons land.

Asjkenazische Joden
Poolse Asjkenazische Joden brachten de pączek, zoals de oliebol daar genoemd werd, naar Israël en daar werd hij omgedoopt tot sufganiyah. De Joodse versie wordt traditioneel gegeten tijdens Chanoeka (of Hanukka), een Joodse feestdag die de herinwijding van de (tweede) Tempel van Jeruzalem om 164 vChr herdenkt, maar het festival staat ook bekend als 'het feest van de lichtjes'. Net als de viering van Oud- en Nieuw wordt ook dit feest aan het einde van het jaar gevierd.

Tot op de dag van vandaag wijzen sommige Sefardische Joden in Israël, Frankrijk en Marokko de jamvulling af, terwijl die voor veel anderen juist het handelsmerk van een goede, traditionele sufganiyah is.

Griekse Joden
Romaniotes, Griekse Joden, noemden dit gerecht zvingo (σβίγγοι), een verbastering van het Oudgriekse woord voor spons: spóŋɡos (σπόγγος). Ook hier werd de 'oliebol' gebruikt als tractatie tijdens Chanoeka.

Albanië
Maar er is nog een ander, onbekend deel van de geschiedenis van de oliebol. In Albanië is bijvoorbeeld een petulla een heerlijk gerecht dat veel overeenkomsten vertoond met een oliebol.

Toch is dat geen traditioneel Albanees gerecht, want het stamt uit Zuid-Italië, waar het bekend staat als pettole. Vermoedelijk is de pettole pas tijdens de Tweede Wereldoorlog in Albanië geïntroduceerd. Zowel de Italiaanse pettole als de Albanese petulla wordt gewoonlijk tijdens de kerstdagen gegeten.

Zo zie je maar: onze oliebol heeft een hele wereldreis achter de rug.

Tot slot een heerlijk recept voor de Albanese petulla.
Ingrediënten:
- 400 gram bloem.
- Circa 150 ml water.
- Halve theelepel gist.
- Eén theelepel Aljeta Zeezout.
- Zonnebloemolieolie.

Bereiding:
- Doe alle droge ingrediënten in een kom en voeg daarna beetje bij beetje water toe. Je weet namelijk nooit hoeveel water bloem precies nodig heeft. Het deeg moet zacht en plakkerig zijn.
- Maak een bol van het deeg, wikkel het in plastic folie en laat het een uur rusten op een warme plek.
- Maak platte 'oliebollen' van het deeg. De vorm lijkt dus op een hamburger.
- Verhit de zonnebloemolie in een koekenpan. Als de zonnebloemolie heet genoeg is kun je de petulla's een paar minuten aan beide kanten bakken tot ze goudbruin van kleur zijn.
- Laat ze even uitlekken op keukenpapier.
- Geniet van je petulla's met poedersuiker, honing, frambozenjam of zelfs feta voor een zoute kick.

Koop je Aljeta Albanese extra vierge olijfolie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten