Verwilderde maïs?

Soms kom je vreemde berichten tegen in de media.
Zoals deze: 'COGEM acht risico van MON810-maïs nog steeds verwaarloosbaar'. [Bron].

Er bestaat in Nederland kennelijk een Commissie Genetische Modificatie (COGEM). Deze commissie is gevraagd te adviseren over de tweede hernieuwing van de vergunning voor import en verwerking van de genetisch gemodificeerde maïsvariant MON810. In deze variant is het cry1Ab-gen tot expressie gebracht, waardoor de maïs tolerant is voor bepaalde plaaginsecten. De COGEM acht de risico’s voor mens en milieu bij import en verwerking van MON810 verwaarloosbaar klein zijn.

Tot zover geen probleem.

Het is volgens de COGEM onwaarschijnlijk dat de genetisch gemodificeerde maïsplanten zich in Nederland kunnen vestigen, omdat verwildering van maïsplanten in Nederland nooit is waargenomen. Bovendien komt de wilde verwant van maïs, teosinte, niet in de natuurlijke omgeving in Nederland voor, waardoor de kans dat de ingebrachte genetische eigenschappen zich naar een andere soort kunnen verspreiden, te verwaarlozen is.
Dus volgens de commissie is verwildering van maïsplanten in Nederland nooit waargenomen. Dat is een uiterst vreemde opmerking, want in heel Nederland zijn intussen verwilderde maïsplanten aangetroffen. Zie de kaart hieronder.

Maïs slaat op uit gemorst graan of uit vogelvoer en wordt in Nederland nogal eens aangetroffen in bermen, op stortplaatsen en op ruderale terreinen. En die oervorm, teosinte, is in ieder geval in Zuid-Europa een probleem aan het worden.
Dat betekent dat de leden van de commissie volstrekt incapabel lijken te zijn en je vraagt je af wat het nut van zo'n commissie is. Een parkeerplek voor mislukte kamerleden en wetenschappers?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten