Een bijzondere meloen: Piel de Sapo

De Piel de Sapo ('Paddenhuid') is een van origine Spaanse heirloom meloen (Cucumis melo). Daar worden jaarlijks gemiddeld 30,000 hectares met deze meloen gevuld. Het is een meloen die vroeg rijp is: ze planten de zaadjes halverwege maart en kunnen dan al halverwege juni de eerste meloenen oogsten.
De Piel de Sapo heeft een gevlekte groene schil en dat is uiteraard de reden van zijn Spaanse benaming. De Piel de Sapo lijkt wat op een kleine ovaalvormige watermeloen met een lengte van zo'n beetje 30 centimeter. Binnenin zit zacht en mild smakend, lichtgroen vruchtvlees met de zoetheid van een honingmeloen. Deze soort is enorm lang houdbaar, zelfs tot kerstmis. Dat is de reden dat ze hem in de Verenigde Staten maar de Santa Claus melon of Christmas melon noemen.

Zo populair is deze variëteit dat veredelingsbedrijven zich op de Piel de Sapo hebben gestort. Vandaar dat er nu verschillende hybride rassen beschikbaar zijn. De bekendste is de Sancho die de slimme helper van Don Quichotte vernoemt. Andere rassen zijn de Osorio, Olomos, Alcarez, Almaden, Andante en Arenales. Deze verbeterde rassen geven een betere opbrengst en zijn minder vatbaar voor plantenziekten.

Het lijkt natuurlijk een verbetering, maar we zijn dus wel een eeuwenoude variëteit aan het verliezen.
Het internet zwamt er intussen lustig op los, want op de Engelstalige Wikipedia-pagina over de Piel de Sapo staat dat een sterk verwante meloen met dezelfde vorm maar met een gele schil staat bekend als 'Amarillo', ofwel kanariemeloen. Het woord 'amarillo' betekent echter 'geel' in het Spaans.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten