Sambal, sambalan of sambel is een oosterse kruidenpasta of smaakversterker gemaakt op basis van chilipepers. Afhankelijk van de nationale of regionale voorkeuren kan een sambal vervaardigd worden van de beschikbare rassen. In Indonesië en Maleisië is de basispeper meestal een chilipeper die onder verschillende namen bekend staat: lombok, cabai (tjabé) of rawit. In Suriname wordt sambal vaak gemaakt met Madame Jeanette, een behoorlijk potente chilipeper.
Het woord 'sambal' heeft een hele reis achter de rug. Waarschijnlijk heeft het woord de chilipeper gevolgd toen deze, eenmaal vanuit de recent veroverde koloniën in Midden-Amerika naar Europa overgebracht, vanuit Spanje en Portugal zijn lange reis over de rest van de wereld begon.
Van Indië naar India
In ieder geval heet sambal in het Indisch, Indonesisch en Maleis gewoon 'sambal'. Vervolgens vinden we het spoor terug in de taal van de Tamils in zuidelijk India, waar de pasta sambhar werd genoemd. Het woord kan teruggevoerd worden tot een combinatiewoord in het Sanskriet, waar sam 'samen' is en bharati 'brengen' of 'dragen'. Als we die twee woorden samenvoegen dan krijgen we inderdaad 'samenbrengen'. Dat klopt want de (smaak van de) chilipepers wordt samengebracht met andere ingrediënten met een vijzel (ofwel mortier), een tjobek en een stamper, de oelek. Dan weet je ook direct wat er met 'sambal oelek' bedoeld wordt.
Sambal is Nederlands?
Met een beetje nationale trots zouden we kunnen redeneren dat het woord 'sambal' ook uit het Nederlands kan zijn ontstaan, want een ander woord voor 'samenbrengen' is uiteraard 'samenballen' en dat lijkt wel erg veel op 'sambal'. Zou het..? Wie weet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten